Naast de termijnecho (en indien gewenst een vitaliteitsecho, 13 en/of 20 weken echo) bieden wij je in principe standaard nog 2 medische echo’s aan. Een groeiecho als je rond de 30 weken zwanger bent en een liggingsecho als je tussen de 34-36 weken zwanger bent.
Bij een groeiecho meten we het hoofdje, de omvang van het buikje en de lengte van de bovenbenen van de baby een aantal keer op. Aan de hand hiervan kunnen we bepalen we of je baby goed groeit en kunnen we een schatting maken van hoe zwaar hij/zij zal zijn rond 40 weken zwangerschap. Ook beoordelen we altijd of er voldoende vruchtwater aanwezig is en hoe de moederkoek eruit ziet.
Op indicatie is het soms nodig eerder en/of vaker een groeiecho te maken, bijvoorbeeld wanneer een eerder kindje heel licht of zwaar was.
Bij de liggingsecho kijken we naar de ligging van de baby, ligt hij/zij met het hoofdje al keurig naar beneden zoals we dat graag zien? Ook beoordelen we opnieuw de hoeveelheid vruchtwater en de moederkoek. Mocht het zo zijn dat de baby (nog) in stuitligging ligt (met het hoofdje naar boven) gaan we met je in gesprek over de opties.
Bij echo’s is het goed om je er van bewust te zijn dat ze een hulpmiddel zijn. Door je buik te onderzoeken kunnen we ook beoordelen of de baby voldoende groeit en hoe hij/zij ligt. Zowel het buikonderzoek als de echo’s bieden geen zekerheid, beiden zitten er wel eens naast en in de laatste weken tot aan de geboorte van de baby kan een en ander nog veranderen. De baby groeit bijvoorbeeld ineens harder dan eerder ingeschat, of de groei stagneert juist. Bij twijfel over de groei herhalen we de groeiecho nogmaals over 2-3 weken.
Een enkele keer stuiten we met de groei- of liggingsecho op zogenaamde nevenbevindingen, bevindingen waar de echo niet voor bedoeld was maar waar we vervolgens bijvoorbeeld wel graag de gynaecoloog ook eens naar laten kijken.
Wij maken gebruik van cookies om de gebruikerservaring te verbeteren. Deze cookies verzamelen geen persoonsgegevens. Lees hier meer over de cookies en onze privacyverklaring.